Sterven als een reis naar het onbekende

Een lezing door Jacinta van Harteveld

“Op de weg hier naar toe, was mijn Tomtom even van slag. De weg was kennelijk veranderd en dat bracht hem in de war. Zo kwam er een herinnering bij mij naar boven. Er was in het hospice waar ik werkte een mevrouw. Ze was stervende en ze vertelde me: ‘Het is zo druk op de weg, ik kom er niet doorheen’.” Zo begint Jacinta haar lezing in de binnentuin van TWB waar vandaag ( 15-09-2016) Café Doodgewoon wordt gehouden.

Jacinta Harteveld was elf jaar coördinator in het van Hospice Issoria in Leiden. Haar verhalen uit die periode zijn talrijk. Ontspannen staat zij naast een tafeltje waarop zij een aantal voorwerpen, symbolen, heeft neergelegd die zij opdiept uit een rugzak. Tijdens haar verhaal komt ze daarop terug. Want, zo zegt ze, zo zitten wij hier allemaal bij elkaar. Ieder met onze eigen rugzak.

20160915-jvh     20160915-symbolen

Werken in het hospice bracht Jacinta veel bijzondere ervaringen. Ze zag mensen overlijden, de weg ‘daar naartoe’ was voor iedere persoon uniek, maar ook waren er punten van herkenning. Jacinta lepelt een aantal verhalen op, ze staan beschreven in haar boek: Leven in het zicht van de dood.

“Een vrijwilligster kwam naar me toe, ze vertelde dat mensen in het hospice, in het laatste stukje van hun leven, vaak eenzaam zijn. Hoewel ik eerst niet zo naar haar wilde luisteren was dit toch de start van een zoektocht. We onderzochten lange maar ook kortere periodes.”

Wanneer jij, of iemand uit je omgeving te horen krijgt dat je gaat sterven staat je wereld op zijn kop. Emoties als boosheid, verdriet, onmacht. Je wordt afhankelijk door je ziekte. Je moet wellicht chemo ondergaan. Je wilt niet dood maar het doet iets met je leven. Als er dan verteld wordt dat er niets meer is, dan is dat soms ook een opluchting.

Jacinta: “Want, vertelde iemand mij: ‘je hoort niet eigenlijk meer tot de levenden. Je baant slechts voor jezelf een weg. Mensen kijken op een andere manier naar je, in een ander perspectief. Die blík als men vraagt: ‘hoe is het met je?’ Je hele leven verandert.’ Een mevrouw in het hospice zette iedere dag haar wekker. Dan belde zij naar huis zodat de kinderen op tijd zouden opstaan om naar school te gaan. Zij ontleende daar waarde aan. Ze kón het gezin en het leven nog niet loslaten. Dat heeft ook lang geduurd. ‘Toch’, zo vertelde zij mij, ‘toch zijn de kinderen zich aan het terugtrekken. Zij zijn aan het loslaten’, na zo’n boodschap verandert immers alles, er ontstaat een geheel nieuwe verhouding tot het leven.”

Het is een heel verwarde periode. Ook voor de omgeving. Niet altijd kan begrip opgebracht worden als een afspraak afgezegd wordt. Omdat het lijf het eenvoudig niet kan opbrengen. Soms verwachten mensen nog teveel. Via familiegesprekken kan je duidelijk maken waar mensen in de omgeving van de stervende staan. Jacinta: “Daar is deze ‘praatsteen’ voor. Wie de steen vast heeft, mag praten. Zo krijgen ook de zwijgers een stem, vertellen wat het met hem of haar doet. Door de verhalen zo te delen wordt de rugzak lichter.”

Wat zeggen mensen als ze gaan sterven? Wat kan je zien of opmerken over die naderende dood. Hoe is een delier te onderscheiden van de subtiele aanwijzingen die er gegeven worden? Allemaal vragen, moeilijk te beantwoorden. Een delier is een gevolg van een gesteldheid en is te behandelen. De aanwijzingen zijn van een naderende dood zij legio. Van: ‘ga ik nu naar huis?’ of ‘staat mijn koffer klaar?’ tot vragen om sleutels, een jas, een pet meenemen naar de operatiekamer waar een levensgevaarlijke operatie ondergaan moet worden. In tegenstelling tot een delier is hier geen sprake van verwardheid. Goed luisteren is hier erg belangrijk. Als je dat doet kan je de juiste antwoorden geven en de stervende geruststellen. Wellicht ook de familie opmerkzaam maken van het naderende einde.

Wat ook opmerkelijk is, vaak ziet de stervende kleuren, of landschappen. Of er komen overleden personen op hun pad. De kleuren en landschappen zijn erg mooi, ze hebben er geen woorden voor. Dit heeft ook niets te maken met het geloof in leven na de dood. Ook mensen die daar beslist níet in geloven zien ze. Soms komt het voor dat zij zich op twee plekken tegelijk wanen. ‘Zojuist was ik toch ergens anders?’ Alsof ze nog even heen en weer gaan. Mensen hebben ook de nijging tot bewegen. Dat lijkt van binnenuit te komen. Een drang om ‘ergens uit’ te komen. Alsof het eigen lichaam te krap zit. Soms kan het helpen om kleding te verwijderen, een broekje (inco) uit te doen. Want wat kán je verder doen? Een hand vasthouden, vertellen dat de stervende ‘los mag laten’.

Het is goed om meer te weten over de persoon waarbij je waakt. Bijvoorbeeld: hoe nam hij of zij gewoonlijk afscheid? Was dat kort en bondig of bleef het bij steeds aanraken en zwaaien? Dat kan terugkomen in de manier van sterven.

Jacinta leest een gedicht voor van Anne Metz, het heet: Tastend dichtbij. Ook dit is in het boek opgenomen.

20160915-4

Afsluitend volgt er interactie met de mensen in de zaal. Verhalen komen los, herinneringen. Vragen hoe te reageren op de fysieke tekenen van het sterven. ‘Hoe zie je het nou, dat iemand gaat sterven?’ De bekende tekenen worden besproken: het stokken van de ademhaling, het reutelen.

Tot slot leest Jacinta nog een stukje voor uit haar boek, het stukje over Sonja en Peter waarin zij vertelt hoe de kinderen, Sonja en Peter vertellen hoe zij zich voelen. Sonja volgens haar dochter maar een oud vrouwtje moet worden – nog lang bij hen moet blijven – en vooral geen nieuwe papa moet nemen. De toekomst zal het uitwijzen.

Het is een weg, dat laatste stukje, waar we nog niets van weten. Hoe zal het ons vergaan? Deze avond bracht antwoorden over dat láátste stukje, op weg naar de dood.

20160915-cd-7

 

Tekst: Rianne Uijtdewillegen

 

Het boek: Leven in het zicht van de dood, is verkrijgbaar onder ISBN: 9789025901738
Uitgeverij: Ten Have

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe coördinatoren Gemma en Hermie

De stichting VPTZ West-Brabant & Tholen biedt daar waar nodig tijd, aandacht en ondersteuning aan diegenen die weten dat zij binnen niet al te lange tijd gaan overlijden. Vanaf 1 september 2016 is ons coördinatieteam versterkt met Gemma Wagemakers en Hermie Derks.

Gemma ws       Hermie ws

Gemma Wagemakers                    Hermie Derks

Gemma gaat het werkgebied Bergen op Zoom en Woensdrecht beheren, Hermie gaat als vliegende kiep aan de slag en valt in waar dat nodig is. We zijn als VPTZ erg blij met deze twee nieuwe enthousiaste vrijwillige coördinatoren en wensen hen alle succes.

Gemma en Hermie maken nu deel uit van een hecht netwerk. Met elkaar dragen wij ertoe bij dat iemand in die belangrijke laatste levensfase de regie kan houden over zijn of haar leven.

Hier is ook een woord van dank op zijn plaats aan Lenny Verresen en Monique Snepvangers, die jarenlang deze vervullende positie hebben bekleed. We nemen officieel afscheid van hen in de vergadering van oktober.

 

Tekst: LJS